***Elke hyperlink zal met een asterisk worden aangeduid, omdat door onduidelijke redenenen niet elke link in het blauw aangeduid blijkt***
Dit artikel* uit de cultuurbijlage van het Spaanse dagblad El Mundo draagt een titel die geen twijfel laat bestaan over de positie van het Spaans in de VS: “Amerika, het nieuwe rijk van het Spaans”. Het artikel is gepubliceerd op 14 oktober van dit jaar, naar aanleiding van het verschijnen van de fel geanticipeerde 'Enciclopedia del español en los Estados Unidos', een ambitieus project waaraan niet minder dan 40 taalkundigen meegewerkt hebben, onder leiding van Humberto López Morales*. Het is een bundeling van 80 wetenschappelijke artikels, goed voor ongeveer 1200 bladzijden, en het zou volgens de auteurs een nieuw standaardwerk moeten worden binnen dit onderzoeksgebied. Niet meteen iets voor een doordeweekse boekhandel, maar binnenkort bijvoorbeeld wel beschikbaar in de universiteitsbibliotheek van de Gentse vakgroep Spaanse taalkunde.
De enciclopedia leert ons dat er op dit moment ongeveer 45 miljoen Latinos, immigranten van Latijns-Amerikaanse afkomst, in Amerika wonen. Opvallend zijn de onophoudelijk stijgende aantallen; volgens sommige voorspellingen zou de Amerikaanse bevolking tegen 2050 uit maar liefst 132 miljoen Latinos bestaan, op een huidig totaal bevolkingsaantal van 300 miljoen. Hiermee zijn de VS het land, op Mexico na, het land met de grootste populatie Spaanstaligen. Dit wil niet zeggen dat het land tegen dan ook 132 miljoen Spaanstaligen zal tellen, aangezien het Spaans in sommige families niet langer dan een of twee generaties overleeft. Desalniettemin voorspelt* onder andere Antonio Muñoz Molina, vooraanstaand schrijver en ex-directeur van het Cervantes-instituut in New York, dat het Spaans in Amerika op termijn een evolutie zal doormaken, van eerste ‘vreemde’ taal, naar tweede officiële taal.
Dat deze Spaanstalige gemeenschap, hun taal en hun cultuur niet steeds even enthousiast onthaald worden, werd al duidelijk in mijn vorige blogbijdrage. Er zijn weinig landen die zoveel aan immigratie te danken hebben als Amerika, en toch lijkt het nu in een nieuwe identiteitscrisis aanbeland waarin angst voor alles wat van buitenaf komt, zorgvuldig en onophoudelijk ingegeven door het discours van acht jaar Bush-indoctrinatie, velen in zijn greep heeft. Bewijs hiervan zijn de racistische moorden* op Latinos, waarvan onder andere de Ecuadorianen Jose Sucuzhanay (enkele weken geleden) en Marcelo Lucero (in november) het slachtoffer werden. Net zoals in Europa het geval is, lijken de VS zich in bange opwellingen te willen verschansen achter ingebeelde (én echte*) muren van ideologische, culturele of economische suprematie. Ook volgens Simon Schama*, een Amerikaans historicus, loopt er een lange rode draad van xenofobie door de Amerikaanse geschiedenis. En de Amerikaanse Latinos lijken hiervan (een van) de huidige slachtoffers, merkt Ruben Navarrette Jr*., columnist in San Diego, California (de Latino-staat bij uitstek). Obama gaf in dit opzicht de laatste maanden wel een sterk signaal door belangrijke posten* binnen zijn kabinet toe te kennen aan Ken Salazar, Bill Richardson en Hilda Solis, alle drie van Latijns-Amerikaanse origine.
Deze maatschappelijke positie van de Spaanstalige gemeenschap heeft uiteraard zijn weerslag op de culturele ontplooiing van een soort Latino-bewustzijn, zoals ook blijkt uit het artikel over ‘het nieuwe Spaanse rijk’. Daar waar López Morales van mening is dat alles wat Spaans is deze dagen erg in de mode is in de VS, krijgen we toch een ander geluid te horen van Antonio Muñoz Molina: hij vindt de situatie veel minder rooskleurig dan de statistieken laten uitschijnen. Er zou nauwelijks of geen institutionele steun aanwezig zijn voor de Spaanstalige culturele instellingen, waardoor deze onmogelijk kwalitatief hoogstaand werk kunnen leveren. Hij geeft het voorbeeld van de ontelbare Spaanstalige kranten die uitgegeven worden in de VS; maar hoeveel zijn van ‘eerste kwaliteit’? Een andere schrijver, en huidig directeur van het New Yorkse Cervantes-instituut, Eduardo Lago, voegt hieraan toe dat Latinos niet meer staan te popelen om zo snel mogelijk Engels te leren; het Spaans is voor hen een plaats van ‘zelfbewustzijn’ en ‘weerstand’ geworden. Dit lijkt dan weer tegengesproken te worden door recent verschenen studies* die beweren dat immigranten sneller Engels leren dan vroeger.
Uit al het voorgaande blijkt hoedanook dat het nog even zal duren voor Amerika het ‘nieuwe Spaanse rijk’ zal zijn. In de eerste plaats lijken de socio-economische voorzieningen in de VS nog onvoldoende uitgerust om de nieuwe maatschappelijke uitdagingen die de explosief groeiende Spaanstalige populatie met zich meebrengt, het hoofd te bieden. Zoals ook Navarrette Jr. al opmerkte zijn het voorlopig nog hoofdzakelijk Latinos die het (spreekwoordelijke) vuile werk opknappen. Na de puinhoop die de Bush-regering van het immigratieprobleem maakte door zijn repressieve aanpak, kunnen we alleen maar hopen* op change; een efficiëntere en humanere langetermijnvisie. Als het Spaans in de buurt wil komen van het Engels als cultuurtaal, dan zal er eerst en vooral geïnvesteerd moeten worden in kwalitatief aanvaardbare Spaanstalige culturele instellingen die het niveau van goedkope soaps, stationsromannetjes en minderwaardige dagbladen overstijgen. Langs de andere kant zal er een mentaliteitsverandering moeten komen bij de Engelstalige bevolking: pas wanneer zij er van overtuigd raken dat een hoogstaande Spaanstalige cultuur naast een Engelstalige cultuur een win-winsituatie oplevert, kan het Spaans als taal een solide basis veroveren binnen het algemene Amerikaanse cultuurlandschap.
zondag 28 december 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Huntington en The Hispanics
Een paar dagen geleden overleed Samuel Huntington, de vader van de “clash of civilizations”-theorie (1) en leverancier aan het Witte Huis voor George W. Bush’ discursieve onderbouw van de War on Terror. De politoloog waarschuwde in zijn artikels en boeken voor de nieuwe breuklijnen van conflicten in de laat-twintigste en de eenentwintigste eeuw, die volgens hem in tegenstelling tot het Koude Oorlog-tijdperk niet langer economisch of ideologisch van aard zouden zijn, dan wel cultureel en religieus. In die lijn verscheen in 2004 in het tijdschrift Foreign Policy ook zijn artikel “The Hispanic Challenge”, een vijftien bladzijden tellende waarschuwing voor de aanhoudende migratiestroom van latinos naar de Verenigde Staten. Als we niet oppassen, zegt Huntington, nemen de Hispanics straks onze droom af terwijl wij erbij staan en ernaar kijken. “There is no ‘Americano dream’. There is only the American dream created by an Anglo-Protestant society. Mexican Americans will share in that dream and in that society only if they dream in English”. (2)
Zoals Michiel in bovenstaande post “The Estados Unidos of America” terecht opmerkt, is het, ten eerste, nog lang niet zo ver dat de latinos op het punt staan met hun “politieke en linguïstische enclaves” (3) het roer over te nemen in de V.S.. Ten tweede illustreert Huntingtons claim op een blank, protestants en Engelstalig Amerika dat zijn ideeën door de realiteit ingehaald zijn en dat hij andere cruciale globaliseringsprocessen en breuklijnen die de huidige wereld vormen niet zag- of wou zien.
De overgrote meerderheid van de Latijns-Amerikaanse immigranten in de Verenigde Staten lijdt verre van een droomleven, zoals Michiel al aanstipte. Grotere investeringen in de socio-economische en culturele instellingen (en daarmee ook de bredere maatschappelijke erkenning van het Spaans) vanuit de staat zijn net nodig om te evolueren van de enclavecultuur die Huntington zo met de vinger wijst, naar gelijke integratiemogelijkheden voor elke Amerikaanse burger.
We mogen ook niet vergeten dat de Verenigde Staten een zeer grote verantwoordelijkheid hebben in de motivatie van deze latinos om het Zuiden achter zich te laten: meer dan eens zijn het Amerikaanse multinationale bedrijven of agro-business grootgrondbezitters die de precaire leefomstandigheden –werkloosheid, extreem lage lonen- van deze Latijns-Amerikanen in hun thuisland genereren.
De politiek-economische processen van de globalisering in het Zuidelijk deel van het Amerikaanse continent en de socio-economische situatie van Latijns-Amerikaanse immigranten in de V.S., wegen als verklaring voor de conflicten in de Amerikaanse maatschappij veroorzaakt door de talrijke immigratie van latinos dan ook veel sterker door dan een culturele clash zonder meer. En als we het dan toch hebben over civilizations: de meeste latinos delen met de Angelsaksische Amerikanen een christelijke religie. Daar zal het schoentje dan toch niet wringen?
Amerika is nooit uitsluitend het Amerika geweest van de blanke, Britse, protestante kolonisten die met hun waarden, instituties en geloof de basis legden voor de nationale identiteit, in tegenstelling tot wat Huntington beweert (4). Zo herinner ik me bijvoorbeeld de woorden van de Amerikaanse gastprofessor Dennis Berthold in tweede licentie, die bleef benadrukken dat Amerika ook altijd het land geweest is van de miljoenen uitgemoorde Noord-Amerikaanse indianen, van de zwarten, de latinos enzovoort.
“The cultural division between Hispanics and Anglos could replace the racial division between blacks and whites as the most serious cleavage in the U.S. society”, schreef Huntington in “The Hispanic Challenge” (5). De breuklijn tussen blank en zwart is in 2008 op het hoogste politieke niveau overbrugd. Huntington zal de eerste ambtstermijn van de eerste zwarte president van de Verenigde Staten niet meer meemaken. Hij ruste in vrede, samen met zijn gedachtegoed. En na acht jaar Obama is Amerika dan misschien klaar voor el primer presidente hispánico.
Luis Willems
(1): Huntington, S. "The Clash of Civilizations" in: Foreign Affairs, Summer 1993. Pp. 22-49.
(2): Huntington, S. "The Hispanic Challenge" in: Foreign Affairs, March-April 2004. Pp.
45
(3): idem, pp. 30
(4): idem, pp. 31
(5): idem, pp. 32
Een kleine nuancering die ik aan mijn vorige reactie wil toevoegen is dat Huntington weliswaar misschien tegen wil en dank bijgedragen heeft tot het neoconservatieve discours voor de War on Terror, want hijzelf was geen grote voorstander van imperiale oorlogen van de V.S.. Volgens Huntington heeft het "Westen" immers een unieke cultuur die niet kan uitgedragen worden in de rest van de wereld (zie "Clash of Civilizations, pp. 41).
Een reactie posten