zaterdag 20 december 2008

Een gemiste kans

Commentaar op blogpost;

Een gemiste kans

Volgend commentaar betreft bedenkingen bij de blogpost Interventies: een politiek-filosofisch kader: Kant en Paine in het kader van een blog over het spanningsveld tussen humanitarisme en imperialisme met als hoofdstelling ‘’interveniëren of niet, en waarom?’’.

De post kondigt aan een reflectie te zijn over een artikel geschreven door Walker in een nader bepaald tijdschrift. In dat artikel worden de conceptuele verschillen tussen het evolutionaire liberalisme van Kant en het revolutionaire liberalisme van Paine toegelicht en gelinkt aan de respectievelijke visie van beide heren op militaire interventies.

De blogauteur merkt verder op dat een staatsvorm onder de vorm van een constitutionele republiek, gebaseerd op individuele rechten en met verkozen vertegenwoordiging plus Rule of Law en scheiding der machten, volgens Kant en Paine de ideale staatsvorm was. Dezer dagen heet zoiets een democratie. Kant en Paine waren van overtuiging dat deze democratieën, hand in hand met internationale organisaties en internationale handel, zouden zorgen voor vrede tussen de staten.

De blog belicht daarna de mensbeelden van beide filosofen. Paine ziet de mens als inherent goed en die goedheid wordt volgens hem vertroebeld door corrupte vormen van bestuur. Een democratische revolutie, revolutionair liberalisme, zou de mens bevrijden van zijn regering en terugkeer naar de goedheid bewerkstelligen. De link met militaire interventies is dan ook duidelijk; ze zijn een noodzakelijk kwaad op weg naar het grote goed en een betere wereld.

Kant zag staatsorganisatie dan weer als vehikel voor de mens om weg te evolueren van een zekere oerstaat, richting vrede en goedheid. De politieke instituties die als vehikel dienen kwamen volgens Kant tot staat via een zekere evolutie, een visie die evolutionair liberalisme wordt genoemd. Militaire interventies zijn volgens deze filosofie dan ook niet de manier om democratie te implementeren, ze zijn zelfs gevaarlijk en nutteloos.

De blogauteur kadert dan de ideeën van beide heren in de Amerikaanse en Franse revolutie en stelt daarna dat het ‘’duidelijk is dat hij [Paine] de politiekinstitutionele realiteit uit het oog verliest’’.
Dit commentaar wil aantonen dat ook de auteur van deze blog de huidige realiteit uit het oog verliest en er bijgevolg niet in slaagt een adequaat antwoord te geven op de centrale vraagstelling van zijn blog, namelijk waarom er interventies plaatsvinden, waardoor de kern van de zaak, de intrinsieke tegenstellingen tussen imperialisme en humanitarisme, niet kan worden geduid.

Onze blogauteur legt vervolgens het verband tussen de militaire interventievisies van Kant en Paine en de humanitaire interventievisie van Bricmont en duidt de lezer erop dat deze heer, net als Kant, liever niet weet van interventies uit respect voor nationale soevereiniteit. Het verschil in aard van beide types interventies, aspecten van de tegenstelling tussen humanitarisme en imperialisme, wordt volledig over het hoofd gezien, waardoor de gelegde verbanden onmogelijk een bevredigend antwoord kunnen geven op de centrale vraag: interveniëren of niet?

Het besluit dat volgt bevat, in de specifieke lijn van redeneren, enkele goede punten, onder andere dat de vestiging van democratieën tijd vraagt, is ingebed in een culturele context en bijgevolg niet snel kan worden afgedwongen. Deze conclusies zijn echter tranen in een oceaan, niet omdat ze niet voortvloeien uit bovenstaande redenering, maar wel omdat bovenstaande redenering erin faalt het grotere plaatje te herkennen.

Om mijn punt kracht bij te zetten verwijs ik even kort naar een stukje tekst uit een blogpost van een andere medestudent, Stephan Crivit, in de blog over geopolitieke herverkaveling, gebaseerd op werk van Wallerstein: ‘’ Macht bestaat immers uit drie pijlers. Een mogendheid moet zowel over militaire en economische macht beschikken om politieke macht (invloed & legitimiteit) uit te kunnen oefenen.’’
Politieke macht stoelt met andere woorden ook op economische macht, en deze relatie is er een van wisselwerking.

Als men het waarom van interventies wil bespreken kan men niet om het grotere plaatje heen. Democratieën, hoe mooi als staatsvorm ze ook zijn vanuit filosofisch standpunt, functioneren in een grotere context. Hier maken Kant en Paine dan ook een denkfout. Ze nemen gewoonweg aan dat internationale organisaties en handel de vrede gecreëerd door democratieën zouden bewerkstelligen. Het hele kapitalistische monetaire systeem, gestoeld op de wetten van schuld en winst, wordt buiten beschouwing gelaten. In hun verdediging, dit gebrek aan erkennen van het systeem heeft misschien te maken met het feit dat het kapitalisme toen nog in zijn kinderschoenen stond, een gegeven waarop Bricmont en de blogauteur zich niet kunnen beroepen.

In de huidige wereldcontext, waarin vele grote bedrijven over meer geld beschikken dan bepaalde staten, is een analyse van interventies, zij het van humanitaire of imperialistische (bijvoorbeeld militaire) aard, zonder het in acht nemen van het systeem ongeoorloofd en kan zulke analyse bijgevolg nooit een afdoend antwoord formuleren op het waarom van de interventie in kwestie.

De blogauteur stelt dat interventies om democratische waarden te verspreiden (wat in post-Koude Oorlog context vaak niet eens het doel is van een interventie) niet de beste aanpak is. Akkoord, maar hier wordt echter een loopje genomen met de werkelijkheid. Het implementeren van een democratie is immers geen doel an sich. In het huidige systeem is winst het doel, bijvoorbeeld door het stabiliseren van een markt door middel van implementatie van een democratie. In andere gevallen kan de creatie van chaos dan weer een betere optie zijn met als achterliggende reden het verzilveren van bepaalde belangen.

De keuze van een politiek-filosofisch kader om interventies in te framen is wel leuk, maar tevens veel te klein van scope om een afdoende verklaring van het waarom van de interventies van vandaag te bieden. Het hele machtsaspect (een basisprincipe van politiek) wordt achterwege gelaten in deze politiek-filosofische analyse. De invloed van de hele globale context en het kapitalistisch monetaire systeem dat de wereldeconomie regeert en volledig voorbijgaat aan humanitaire kwesties, worden in deze analyse over het hoofd gezien.

(Militaire) interventies kunnen best wel succesvol zijn, in die zin dat bepaalde economische belangen met succes worden verdedigd. Sterven er daarbij een paar duizend Afrikanen, collateral damage. Onethisch maar waar. Het fundamentele probleem zit in de incompatibiliteit van het systeem, waarin imperialisme zich al dan niet wentelt, en de ethische kant van de zaak, waaronder humanitarisme. Men kan zoveel democratieën installeren als men wil, schuld en winst regeren nu de facto toch.


Voor de vermelde blogs, zie http://geopolitiekeherverkaveling.wordpress.com/ en http://humanitarismevsimperialisme.blogspot.com/

Geen opmerkingen: