Commentaar bij artikel Wetenschappers willen af van de terreur van het Engels uit Mo* Magazine, te vinden op http://www.mo.be/index.php?id=63&tx_uwnews_pi2%5Bart_id%5D=20404&cHash=f1ebb1c283
Het woord ‘terreur’ in de titel van het artikel Wetenschappers willen af van de terreur van het Engels in Mo* Magazine spreekt boekdelen: de dominantie van de Engelse taal in de wetenschap (en in het onderwijs) wordt lang niet door iedereen als positief en verrijkend ervaren. Volgens deze bijdrage in Mo* hebben wetenschappers wereldwijd de keuze: in het Engels publiceren of genegeerd worden. Enkele wetenschappers hekelen het feit dat uitgevers van wetenschappelijke publicaties eisen dat alle artikels in het Engels worden aangeleverd en dat ook tijdens wetenschappelijke bijeenkomsten de voertaal Engels is. Voor niet-native speakers van het Engels kost Engels leren veel tijd en geld. Ook een beroep doen op vertalers is vaak een dure grap.
Humphrey Tonkin van de Universiteit van Hartford in de VS beweert dat de dominantie van het Engels de klassenverdeling in de wereld versterkt en wetenschappers van hun eigen talen vervreemdt. Bovendien wordt volgens hem het belang van Amerikaanse universiteiten opgeblazen en wordt discriminatie aangemoedigd.
E. James Lieberman van de George Washington School of Medicine in de VS betreurt dat door de almacht van het Engels de mythe wordt gecreëerd dat alles wat de moeite waard is, in het Engels beschikbaar is. Volgens Ulrich Ammon van de Universiteit van Duisburg-Essen wordt dat in Duitsland als een groot probleem ervaren: Duitse universiteiten scoren wereldwijd slecht omdat ze in het Duits publiceren.
Jose Vergara van het Puerto Montt Regioziekenhuis in Chili verklaart dat Chili met het probleem te kampen heeft dat Engels de taal van de elite is. De dominante rol van het Engels leidt er toe dat inheemse talen nog meer verdrukt worden dan al het geval was.
De klagende wetenschappers komen met een voorstel op de proppen: ze willen dat wetenschappelijke tijdschriften niet-Engelssprekende onderzoekers bijstaan met vertalingen en eindredactie (1).
Is de alomtegenwoordigheid van het Engels in de wetenschap echter effectief zo betreurenswaardig als in dit artikel in Mo* wordt beweerd? Het antwoord op deze vraag is naar mijn mening tweeledig.
Enerzijds kunnen we er niet omheen dat Engels dé taal van de globalisering is. De wereld globaliseert op economisch, politiek en cultureel gebied en in al die gebieden zwaaien nu eenmaal de Verenigde Staten de plak. Volgens de linguïst Abram de Swaan leven we in een soort pax americana: De Amerikanen zijn de doorslaggevende macht op vlak van handel, media, amusement, politiek, cultuur, wetenschap (2). Taal dient (onder andere) om te communiceren en in een wereld die ‘steeds kleiner wordt’, lijkt het nodig om ‘eenzelfde taal te spreken’. Op het gebied van onderwijs en wetenschap biedt het Engels als lingua franca tal van voordelen. Er wordt gezocht naar maximale verstaanbaarheid en het is logisch dat men daarvoor bij één enkele taal uitkomt – het Engels. Communicatie, kennisuitwisseling en uitwisseling van studenten, docenten en onderzoekers over de grenzen heen worden makkelijker en het studiemateriaal en de terminologie zijn universeel (3).
Anderzijds mag niet uit het oog worden verloren dat taal méér is dan alleen maar een communicatiemiddel. Taal verschaft mensen en groepen namelijk een geheel eigen identiteit in de op andere vlakken al zo uniform geworden global village. Dat het Engels als lingua franca in onderwijs en wetenschap wordt gebruikt, heeft als gevolg dat de talen die niet worden gebruikt, aan status inboeten. Wetenschapsterminologie in andere talen dan het Engels komt niet meer gauw tot stand. De stap naar functieverlies van deze talen in andere maatschappelijke domeinen is snel gezet en in extremis kunnen groepen mensen – met het vervagen of verschralen van de moedertaal - hun gemeenschappelijke ‘roots’, hun identiteit verliezen.
Door uitsluitend gebruik te maken van het Engels in de wetenschap, kan verder de indruk ontstaan dat Engels de taal is van de aanzienlijke en eerbiedwaardige gebieden van het maatschappelijke leven en dat andere talen maar weinig te bieden hebben. Vanuit een sociaal oogpunt is het echter van belang dat wetenschap en onderwijs voor de breedst mogelijke lagen van de bevolking toegankelijk zijn, en daarvoor is het gebruik van de moedertaal essentieel.
De monopoliepositie van het Engels in de wetenschap betekent verder ook dat de wetenschap het Angelsaksische denkkader incorporeert. Dit kan tot een ‘vernauwing’ van het wetenschappelijke denken leiden. Taal is namelijk nooit waardevrij en brengt bijgevolg een specifieke, waardegeladen manier van denken met zich mee. Taal ontstaat in een specifieke context met eigen opvattingen en tradities en draagt daar de sporen van, onder meer in de vorm van ideologische interpretaties (4). Het mag in geen geval zo zijn dat het gebruik van een eenheidstaal een eenheid van denken met zich meebrengt.
Wat valt nu te besluiten? Engels als dé wetenschapstaal of toch maar liever niet? Yes, please maar toch onder voorbehoud. Een kritische houding is op zijn plaats. Dat het gebruik van een lingua franca als het Engels in de wetenschap (en het onderwijs) gemakkelijk is en in sommige gevallen tot de best mogelijke communicatie kan leiden, valt niet te ontkennen. Toch is er méér dan dat. Wetenschap moet ook toegankelijk zijn voor wie het Engels niet beheerst en we moeten op onze hoede zijn voor een eenzijdige verengelsing die de pluraliteit zou kunnen doen verschralen. Misschien is dit schrijven in se eenvoudigweg een pleidooi voor meertaligheid: als wetenschappers méér kennen dan alleen de moedertaal en het Engels, kunnen zij putten uit zoveel mogelijk verschillende taal – en cultuurgebieden, wat onder de vlag van de pluraliteit alleen maar voordelen kan bieden.
Bronnen:
1) Appel, A. (2008) Wetenschappers willen af van de terreur van het Engels. Geraadpleegd op 17 december 2008 op http://www.mo.be/index.php?id=63&tx_uwnews_pi2%5Bart_id%5D=20404&cHash=f1ebb1c283
2) Van Renssen, H. (2002) Gewoon de file blijven saven. Geraadpleegd op 15 november 2008 op http://vva.vvb.org/Gewoon%20de%20file%20blijven%20saven3-6-07.doc
3) Janssens, G. (2004) Overleeft het Nederlands de 21e eeuw? In J. De Caluwe, G. De Schutter, M. Devos & J. Van Keymeulen (Eds.), Schatbewaarder van de taal Johan Taeldeman Liber Amicorum (pp. 557-566). Gent: Academia Press.
4) Telemans, D. (2008) Het neoliberalisme spreekt Engels. Geraadpleegd op 17 december 2008 op http://www.standaard.be/Krant/Tekst/Artikel.aspx?artikelId=QC1MPUVD&date=20080119
zondag 28 december 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten